Help?!

Help. Een klein woord van vier letters. Een klein woord met een intens grote betekenis.

Wanneer wilde jij echt door een ander geholpen worden? Of beter gezegd: wanneer heb jij voor het laatst écht om hulp gevraagd?

Ik weet nog heel goed hoe eenzaam ik me voelde tijdens mijn burn-out, nu zo’n drie jaar geleden. Op dat moment gleed de grond onder mijn voeten vandaan en kon ik mijn eigen val niet (meer) breken. Ik, de jonge vrouw die altijd alles onder controle leek te hebben, had geen idee hoe ze haar zaakjes moest gaan regelen. De rugzak op mijn rug werd steeds zwaarder en ik zakte steeds verder weg.

Ik leek in een bodemloze punt te zijn beland, want iedere keer als ik de bodem geraakt dacht te hebben, bleek dat ik toch nog verder naar beneden kon glijden. Ik had geen controle over mijn eigen gevoelens en ook niet over mijn klim naar boven. Ik leek geen macht te hebben over mijn eigen leven en hoe hard ik ook vocht in mijn eentje, ik leek geen centimeter vooruit te komen.

Waarom kon ik dit keer niet de weg naar boven vinden?

Ik zocht wanhopig naar houvast en voor één van de eerste keren in mijn leven, keek ik uit naar een helpende hand. Een hand die me langzaam omhoog zou trekken, maar uiteraard wel op het door mij gewenste tempo. Een hand die verbonden was aan een arm en schouder, waardoor ik – als ik eenmaal boven was – ook nog even op deze schouder uit zou kunnen huilen. Ik voelde me teleurgesteld dat ik deze hand niet zag en het voelde alsof niemand mijn strijd echt kon zien. Een strijd die voor mij – op dat moment – zo zichtbaar en tastbaar was: dat moest een ander toch ook opvallen?

Maar was dit een terechte aanname? Was mijn val voor een ander echt zichtbaar geweest en kon hij/zij zien hoe hard ik op dat moment aan het strijden was?

Wanneer mij iets fysieks overkomt, ben ik veel eerder geneigd om om hulp te vragen. En als jij ziet dat ik op straat struikel over een drempel en hierbij een lelijke val maak, bied jij waarschijnlijk direct je hulp aan. Dit is een tastbare situatie, waar een ander makkelijk én duidelijk op kan anticiperen. Ook is het een situatie waar een ander makkelijk begrip voor op zou kunnen brengen. Iedereen die mij deze val ziet maken, kan zich de impact en de pijn van mijn val immers voorstellen.

Mijn interne strijd (lees :burn-out) had zo’n grote impact op mijn leven, dat dit een ander zou moeten opvallen… toch? Als je van me houdt en me kent, zou je minstens kunnen zien dat ik niet mezelf was. Je zou kunnen zien dat ik hulp nodig had en je zou deze, ook ongevraagd, aan me gegeven hebben.

Maar… liet ik wel duidelijk genoeg merken dat ik geholpen wilde worden? Of beter gezegd: kon ik de hulp van een ander accepteren?

Wanneer iemand aan me vroeg hoe het me ging, zei ik steevast dat het prima ging. Hierna stelde ik ook snel een wedervraag, om verdere en diepgaande gesprekken uit de weg te gaan. Als een ander aanbood iets voor me te willen doen, dan gaf ik al snel aan dat dit echt niet nodig was. Ik was immers de hele dag thuis, had de tijd aan mezelf en… ik kon toch prima voor mezelf zorgen?

Alle hulp die ik toegeworpen kreeg, wees ik eigenlijk direct weer af. Ik zag mezelf als een zelfstandige vrouw, die haar eigen boontjes prima alleen kon doppen en een ander niet nodig had om haar geluk te vinden. Maar anderzijds verlangde ik wèl naar iemand die een lekkere maaltijd voor me kookte, een arm om me heen sloeg en me een luisterend oor bood. Meer dan eens heb ik me afgevraagd waarom ‘niemand mij kwam helpen’.

Tot ik besefte dat ik alle helpende handjes steeds afgeslagen had.

Daarnaast kwam ik tot het besef dat ik nooit direct om hulp had gevraagd. Ik had wel bij een aantal mensen aangegeven dat ‘ik wat gezelligheid miste’. Of dat ik ‘me toch wel een beetje alleen voelde’. Maar hoe had iemand dit als signaal op kunnen pikken, als ik alle helpende initiatieven die volgden keer op keer afwees?

Uiteindelijk wist ik dat dit een puzzel was, waarvan ik zelf het eerste stukje zou moeten leggen. Ik begon vaker concreet aan te geven wat ik nodig had en wat ik miste. Ik begon instinctief de juiste schouder op te zoeken en de helpende hand af en toe eens beet te pakken.

Ik besefte dat mijn kwetsbaarheid mijn kracht was. Maar ook dat ik nog veel krachtiger zou zijn, als ik mijn kwetsbaarheid een stem zou durven geven en ik de geboden hulp vervolgens ook zou kunnen aanvaarden.

En om nu te zeggen dat ik nooit meer wegzak in mijn ‘independent woman vibe’, waarbij ik denk dat ‘ik alles wel alleen kan’. Zeker niet. Beter gezegd: dit gebeurt nog vrij regelmatig. Maar ik heb wel geleerd om mijn eigen grenzen te herkennen en om mijn eigen val eerder te breken… met de hulp van een ander.

Herken je jezelf in mijn verhaal en vind het opmerkelijk dat een ander jou nooit te hulp schiet? Vraag jezelf dan twee dingen af.

Eén: heb je – zonder fratsen, omwegen en/of humor – om hulp gevraagd?

Twee: heb je de hulp van een ander geaccepteerd toen deze hulp zo dichtbij was?

Durf je verlangens, behoeften en wensen hardop uit te spreken. Op deze manier kun je niet alleen jezelf, maar ook een ander
helpen om jouw strijd zichtbaar te maken.

En ben jij degene die keer op keer je hand uitsteekt zonder dat ik (of een ander) deze weet vast te pakken? Houd vol. Geef aan dat je er bent als dit nodig is en dat deze strijd niet alleen gevochten hoeft te worden.

Elk onzichtbare verhaal kan zichtbaar gemaakt worden met behulp van een sprekende stem en een helpende hand. Zodat ook jij mét hulp je eigen val kunt gaan breken.

Liefs, Ciska

Mind

1 Comment Plaats een reactie

Plaats een reactie